Ogen kunnen ook spreken!

Ogen kunnen ook spreken!

Herken je dat? Dat jonge kinderen, die eenmaal de frietjes geproefd hebben, vervolgens brabbelend wijzen naar die “gele M”. Omdat die M er was tijdens de friet ervaring. Na de ervaring blijft de grote letter M langs de snelweg als een constant iets aanwezig. Zogenaamde impliciete informatie. Doordat de letter aanwezig is, kunnen jonge kinderen initiatief nemen om het te aanwijzen. Het was geen plan van ons als ouders, deze koppeling met de gele letter M, maar wel van het restaurant dat daar goed over heeft nagedacht. Een symbool (een voorwerp of plaatje) roept bij het kind een herinnering op van een activiteit, het inzetten van deze plaatjes en voorwerpen ter ondersteuning van communicatie noemen we visualiseren.

Zo kun je je voorstellen dat je zelf een plaatje of foto kunt aanbieden tijdens de activiteit waar je van geniet, zoals samen zingen, puzzelen, bouwen, spelen met een bal, of je eigen stoei en verstop spel. Dit plaatje of pictogram krijgt dan de koppeling, de betekenis van deze activiteit. Alleen omdat dit pictogram bij de ervaring (net zoals bij de friet ervaring) impliciet aanwezig was, heeft het betekenis gekregen. Dat biedt kansen voor kinderen en jongeren die niet spreken en/of moeite met de taalontwikkeling hebben. Voor deze groep is visualisatie ontzettend belangrijk.

Puur door de aanwezigheid van de M  tijdens deze ervaring is er een koppeling ontstaan. Hetzelfde principe geldt eigenlijk voor alle verwijzende foto’s en pictogrammen. Maar hoe vaak hoor je niet: ‘ja maar ‘snel’ begrijpt hij/zij niet, dat pictogram laten we weg’. Verander dat alsjeblieft in; ‘dat begrijpt hij niet, dat gaan we eerst ervaren en laten zien en aanbieden‘. Soms duurt het een lange tijd voordat er initiatief door het kind of de jongere genomen wordt om te wijzen, maar doorgaans zie je dat na een tijd dit wijzen toch tot stand komt en nieuwe communicatie ontstaat.

Daar waar we het bij baby’s of jonge kinderen gewoon vinden om te kletsen, moeten we hieraan wennen bij visuele taal en visualisatie. Denk terug aan je geklets bij een wiegje. We kletsen maanden tegen een baby alvorens er een verstaanbare respons komt. Het wordt in aanvang ook nog niet eens begrepen door de baby en toch spreek je samen. Onbewust biedt je geluiden en woorden aan die de aandacht vangen van een baby. Helaas is onze gesproken taal ook vluchtig. De kracht van visualisatie, van zoals voorwerpen en pictogrammen is dat ze statisch is. Het blijft aanwezig, je raakt het aan en beweegt erbij. Gebruik visualisatie dagelijks en spreek er bij. Leg nadruk op woorden en grappige geluiden. Verwacht in aanvang nog niks en geef geen opdrachten om te wijzen.

Uit de oude doos, kletsen bij een wiegje

Het maakt niet uit met welke vorm van visualisatie of welke situatie je begint. Volg je gevoel en overleg met elkaar, kijk wat er gebeurt, als je maar wel begint en wijst en visualiseert. Bespreek met elkaar waar foto’s, losse voorwerpen, concrete pictogrammen of abstracte pictogrammen of combinaties worden gebruikt om jullie gesproken taal te ondersteunen. Uit het voorbeeld van een meisje herinner ik me dat zij met opa ging wandelen in haar rolstoel, ze wandelde links naar de tunnel of rechtsom naar de eendjes, met de fysio oefende zij staan of grijpkracht, met papa wilde ze graag stoeien op de deken bij de bank, met mama samen eten en naar de markt. In eerst instantie werden foto’s gekoppeld aan de activiteiten en werd daar niets bij verwacht, iedereen had een eigen setje foto’s. Enkele weken verder werden de foto’s door haar herkent en aangewezen. Ze maakt keuzes uit deze foto’s. De foto’s hadden betekenis gekregen. Zo ging het gebruik van foto’s van bewust en impliciet naar bewust en expliciet, steeds een stap verder.

Begin daar waar je voelt en denkt dat het haalbaar is visualisatie in te zetten. Start met zowel expliciete visualisatie als ook impliciete visualisatie M en laat het groeien als een taal. Wacht daar niet mee! Zit je hierin vast, begin dan met één dagelijks terugkerende activiteit op één locatie. Zo ontstaat er meer toegang en gelegenheid voor communicatie.

OC en ABA

OC en ABA

Het ABA Center International te Amsterdam bestaat nog maar kort en is opgericht door Jennifer Niemeijer en Lilyan Campbell. Ze zijn begonnen in een klein lokaal in een school voor speciaal onderwijs; “De Hasselbraam” met één cliënt. Toevallig was ik toen ook al betrokken bij deze cliënt; Sven, een jongen van destijds 7 jaar met autisme. Hij is niet sprekend en was toen net begonnen met het communicatieprogramma Proloquo2Go. Ik kwam al snel in contact met Jennifer en zij was meteen heel enthousiast over mijn betrokkenheid en implementatie OC bij ABA.  De Behavorial Technicians (BT’s) hadden nog niet zoveel ervaring met OC maar waren vanaf het begin reuze geïnteresseerd. Ze zijn begonnen met het modelleren; het intoetsen van de begrippen terwijl ze met Sven spraken en terwijl ze hem opdrachtjes gaven. Eerst één woord en daarna, toen ze het programma wat beter kenden, twee en meer woorden. Na verloop van tijd kwamen er meer kinderen en het lokaaltje werd al snel te klein waardoor ze zijn verhuisd naar de grotere gymzaal. Inmiddels komen er ongeveer 12 kinderen naar de locatie Hasselbraam en werken ze met evenveel cliënten op ambulante basis die zowel op school als thuis zorg ontvangen. 

Sven kreeg andere BT’s en ook zij hebben zich het modelleren eigen gemaakt en zijn er nog steeds lerende in. De populatie kinderen is heel divers; het is niet voor niets een Internationaal centrum. Kinderen en hun ouders komen overal vandaan en er wordt zowel Nederlands als Engels gesproken. Inmiddels ben ik betrokken of betrokken geweest bij de helft van de kinderen waaronder de meeste  Engels sprekende kinderen zijn. Dat is voor mij een uitdaging en ik leer daar veel van. Het ABA Center is een jonge organisatie met jonge dynamische medewerkers die open staan voor vernieuwing, dat is heel prettig werken! Momenteel wordt er gewerkt aan een individuele dagplanning voor alle kinderen waardoor ze weten wat er komen gaat en wat er van ze verwacht wordt, ook op momenten dat ze even moeten wachten of tijd zelf mogen invullen.

Het kind wordt meegenomen naar het planbord en er wordt verteld wat hij/zij nu gaat doen, tegelijkertijd wordt het pictogram getoond. Wanneer de activiteit klaar is, wordt het kind weer meegenomen naar het planbord en er wordt verteld dat de activiteit klaar is, het pictogram wordt omgedraaid. Dan wordt de overgang gemaakt naar de volgende activiteit op het planbord. 

Er zijn Keuzekaarten geïntroduceerd zodat de activiteiten die uit meerdere activiteiten kunnen bestaan inzichtelijk en concreet worden. Bijvoorbeeld activiteiten zoals werken, spelen, rusten, senso zijn multi-interpretabel. Door te laten zien waaruit het kind kan kiezen als er gewerkt moet worden of als er gespeeld kan worden, wordt de activiteit concreet en krijgt het kind meer eigen regie. Bovendien worden de lege momenten op deze manier zoveel mogelijk opgevuld. Mijn ervaring is dat kinderen met autisme het moeilijk vinden om met momenten om te gaan waarin ze bijvoorbeeld even moeten wachten, momenten waarin ze zichzelf mogen vermaken; ik noem dat maar even lege momenten.

“Spelen” kan zijn; “spelen in de ruimte”, “spelen aan tafel” en “buiten spelen”. 
Keuzekaart “spelen in de ruimte”; op de eerste foto de activiteiten die daaronder verstaan kunnen worden en ernaast de keuzes die je het kind kunt geven bij spelen in de ruimte. Je kunt het aantal keuzes uiteraard variëren. 

Daarnaast kunnen bepaalde activiteiten opgedeeld worden in deelhandelingen door middel van handelingsscripts. Neem bijvoorbeeld de activiteit “tandenpoetsen”. Dit bestaat uit vele deelhandelingen zoals “tandenborstel pakken, tandpasta op de tandenborstel doen, tandenpoetsen, kraan opendoen, mond spoelen, mond afvegen”. Hierdoor begrijpt het kind beter wat de activiteit inhoudt en wordt hij/zij er meer bij betrokken. Bovendien kan er een gesprekje ontstaan en heeft het kind meer eigen regie.

Scholingstraject Ipse
Mailen met je spraakcomputer

Mailen met je spraakcomputer

Al een tijd kom ik bij Marijn aan huis om te oefenen met de LOeS werkwijze voor zijn geletterdheid en het actiever inzetten van zijn communicatiehulpmiddel. Marijn heeft voorheen op een mytylschool gezeten en zit nu op een activiteitencentrum. Hij laat goede vorderingen zien en heeft echt de smaak te pakken. Als ik binnen kom, zit hij vaak al klaar met de getypte woorden op zijn Vibe en popelt hij om weer samen verder oefenen.

Onlangs maakte Marijn naast het leren lezen en schrijven nog een grote stap voorwaarts. Met zijn Vibe met bladenset Aloha2 kon Marijn namelijk ook mailen. Binnen veel communicatiehulpmiddelen heb je de mogelijkheid om een mail te sturen, soms zelfs met symbolen die de ontvanger dan ook ziet. Je kunt de ontvangen mail vaak laten uitspreken in het communicatiehulpmiddel *. Nadat we een eigen mailadres hadden aangemaakt en zijn contacten hadden toegevoegd, gingen we oefenen. Marijn kreeg van mij een opdracht mee en jawel: op de dag dat zijn broer slaagde voor zijn examen kreeg ik de beloofde mail; zelfs met een zelfgemaakte foto als bijlage.

Daarna kreeg hij de smaak te pakken. Op het activiteitencentrum stelde Marijn met zijn bladenset mails op en stuurde hij berichten met pictogrammen en soms een getypt woord naar zijn moeder bijvoorbeeld over wat hij wilde eten (friet kroket) en wat hij wilde doen die avond (fietsen de boer de boer de boer; het vaste fietsrondje langs drie boeren).

Hij mailt me inmiddels zijn huiswerk van de LOeS werkwijze vanuit het activiteitencentrum en oefent hiermee weer het lezen en schrijven. Uiteraard krijgt hij dan weer een leuke mail van mij terug die hij laat voorlezen door zijn communicatiemiddel en moet schaterlachen als de smileys worden uitgesproken als ‘lachend gezicht met een luchtkus’.

Het mooiste moment was dat Marijn op een doordeweekse dag geheel uit eigen beweging een felicitatie mail naar zijn oma stuurde en vader dit later vol trots vertelde. Hoe geweldig is het als iemand de regie kan pakken en van zich kan laten horen in zijn eigen tempo en op een zelf gekozen moment. Dat zal een fijne gedachte zijn als hij over een tijd op zichzelf gaat wonen en op deze manier dagelijks contact kan onderhouden met zijn omgeving en wie weet ook nieuwe contacten kan aangaan…

* Bij de vocabulaires Aloha2 en Score van Mind Express en bijvoorbeeld Super Core in de Grid software is het mailen van symbolen opgenomen als functie en ziet de ontvanger ook de symbolen. In andere vocabulaires zoals Proloquo2Go kan men de boodschap als tekstbestand versturen.

Ondersteunde communicatie en taalontwikkelingsstoornis

Ondersteunde communicatie en taalontwikkelingsstoornis

Ondersteunde communicatie (OC) stimuleert initiatief name bij kinderen en jongeren met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Een TOS is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat taal in de hersenen minder goed wordt verwerkt. Een kind met (een vermoeden van) TOS heeft bijvoorbeeld grote moeite met praten of het begrijpen van taal. De taal- en spraakontwikkeling verloopt hierdoor anders dan bij leeftijdsgenoten. Een taalachterstand is niet hetzelfde als een taalontwikkelingsstoornis. Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod haalt het kind de achterstand weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren (bron: www.kentalis.nl). 

Kinderen met TOS

  • horen goed;
  • leren hun moedertaal langzaam en moeizaam;
  • hebben een normale intelligentie;
  • kunnen klanken en woorden moeilijk onthouden;
  • hebben moeite met de grammatica;
  • vinden omgaan met emoties lastig;
  • hebben moeite met het plannen;
  • vinden het moeilijk om woorden en klanken te onthouden;
  • maken korte zinnetjes;
  • zijn niet goed te verstaan;
  • en/of plaatsen de woorden in een zin in de verkeerde volgorde.

Bij deze kinderen met (een vermoeden van) TOS wordt er logopedie opgestart en wordt de spraak vaak met gebaren ondersteund (NMG – Nederlands Met Gebaren). Hoewel gebaren vrij vluchtig zijn, blijken ze de taal en communicatie goed te ondersteunen en stimuleren. Gebaren vergroten met name taalbegrip te vergroten (bron: Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS – VHZ Online vhz-online.nl). Pictogrammen worden bij kinderen met TOS ook als ondersteuning ingezet: doorgaans als dagplanning, bij woordenschat activiteiten en bij individuele logopedie. Waarom gebruiken we niet vaker pictogrammen of aanwijskaarten en waarom niet meer eenvoudige communicatiehulpmiddelen om interactie te ondersteunen? De oorzaak hiervan is vaak onbekendheid van OC en zeker ook de zorgen en angst van de omgeving: ‘ja maar wanneer we met pictogrammen en hulpmiddelen gaan werken, gaat het kind dan nog wel spreken!?’

Er zijn een aantal scholen en behandelcentra die een start hebben gemaakt om kernwoordenkaarten altijd toegankelijk te hebben voor kinderen met TOS en ze steeds erbij nemen bij gesprekjes met de kinderen. Daar hangen kernwoordenkaarten aan de muur of er liggen kaarten op de tafels. Ook diverse sprekende app’s, sprekende fotoboeken en hightech hulpmiddelen worden langzaam aan steeds meer bij kinderen met TOS ingezet. Zelf gebruik ik aanwijskaarten om communicatie te ondersteunen bij deze groep kinderen. Voor kinderen en jongeren die moeite hebben om die eerste 50 tot 200 woorden te gebruiken, is het aanwijzen van deze woorden een echte meerwaarde en stimuleert het ook de verbale spraak. Kinderen nemen initiatief met behulp van de kernwoordenkaart en voeren ook ‘aanwijs’-brabbel gesprekjes met elkaar.  Gebruik jij wel eens een kernwoordenkaart? Ik verzamel graag reacties en ervaringen.

Kernwoordenkaarten en aanwijskaarten zijn een voorbeeld van OC.
Download en print de factsheet ‘Feiten en cijfers over OC’: MA02-3-6mrt18-Facts

Vanuit de beleving, taal gaan beleven

Vanuit de beleving, taal gaan beleven

Online-trainingen, lessen, of instructies we draaien er onze hand niet meer voor om. Toch stond ik een maand geleden voor een spannend, nieuw, online avontuur.
Via Zoom online naar Pakistan met als onderwerp communicatie.

Een voordeel had ik, ik ken de kinderrevalidatiekinderen van dit centrum, Umeed Gab in Multan! Ik ben er vorig jaar nog geweest.
De uitdaging zat niet alleen in het online lesgeven, maar ook in de taal. Meestal doe ik de lessen daar in Urdu. Maar online lukt me dat niet.
En dan het onderwerp: communicatie, een heel ruim begrip.

Ze werken er al met gebarentaal: top! 
Ze werken ook al met een gevisualiseerde dagplanning: top!
Mijn focus lag dan ook op gaan werken vanuit de beleving. Oefenen in de context. Ga modelleren, doe dat altijd 1 woord meer dan dat het kind al gebruikt en gebruik TAK-kaarten om je taal te ondersteunen bij je activiteiten (TAK=taal activiteiten kaarten).
Dus werden er mooie TAK-kaarten getekend: 

Inderdaad getekend want een digitaal systeem om picto’s te gebruiken, is nog niet in gebruik. Dat zal naast de aanschaf van een iPad nu snel gerealiseerd gaan worden.
Als laatste ook het ANKER-gestuurd werken uitgebreid besproken, waarbij ook weer vanuit de beleving en de context maar vooral ook vanuit de interesse van het kind gewerkt gaat worden. En wanneer je dan een filmpje maakt, probeer dit dan te doen vanuit de ogen van het kind.

Dat werken vanuit de beleving heel goed werkt, bewijst Fimke. Haar moeder maakte prachtige filmpjes voor het ANKER speeltuin, Fimke staat heel graag op de draaimolen en we krijgen dan ook een filmpje van ronddraaiend zand. Immers Fimke ziet alleen maar zand als ze ronddraait.

Hier kun je het filmpje van de draaimolen en het zand bekijken: https://www.facebook.com/ergoactief/videos/152052593543908/

Wanneer we later haar TAK-kaart erbij gaan gebruiken en ze de draaimolen direct aanwijst, is het duidelijk, die picto herkent ze, Wanneer het filmpje stopt, drukt ze nu steevast op ‘nog een keer’ en ja daar draait de draaimolen weer en weer ziet ze allemaal zand! Zij krijgt meer regie door TAAL!

Online workshop Communicatie matrix

Online workshop Communicatie matrix

Op 8 april en 3 juni 2021 verzorgt onze OC Specialist Sandra Koster weer de online workshop Communicatie Matrix.

In deze online workshop leer je hoe de Communicatie Matrix ingevuld kan worden en hoe deze te interpreteren is. Aan de hand van een casus gaan we praktisch aan de slag: met behulp van een ingevulde matrix selecteren we communicatiefuncties die geoefend kunnen worden.

Tijd: 19:00-21:00
Kosten: 50 euro excl btw.

Wij hebben er zin in om je op deze nieuwe manier weer te mogen verwelkomen!

Inschrijven via: info@sandrakoster.nl of info@ocspecialisten.nl.