Wat ik vaak tegenkom en steeds weer een grote uitdaging vind, is het betekenisvol uitleggen en duiding geven wat Modelleren inhoud. Welke implicatie dit heeft om een kind dat wel kan/wil communiceren maar niet kan praten, via symboolcommunicatie gekoppeld aan spraak, te leren communiceren. 

Ernie legt in haar blog (https://ocspecialisten.nl/de-kracht-van-visualisatie/) heel mooi uit op welke wijze je spelenderwijs betekenis kan gaan verlenen aan een symbool of een picto voor een kind; door visualisatie en dit te koppelen aan een gebeurtenis, stap voor stap en vooral betekenisvol voor het kind zelf. Want alleen in die situatie die zijn/haar aandacht heeft kan het kind gaan leren.

Wanneer er sprake is van een computersysteem met een ‘vocabulaire’ waarin symbolen of picto’s gekoppeld zijn aan spraak, dan zijn er meerdere symbolen/picto’s op één pagina en zijn er ook nog verschillende pagina’s. Er bestaan verschillende niveaus, van beginnende communicatie tot gevorderd of geavanceerd, afhankelijk van de situatie.

Waar dit blog over gaat is niet zozeer over hoe leert het kind de symboolcommunicatie maar hoe ga ik daar als ouder/ begeleider mee om. We gaan ervan uit dat we het kind dit moeten leren en vergeten vaak dat we zelf voor een pittige uitdaging staan, namelijk; we moeten als begeleid(st)er eerst zelf het systeem doorgronden en daarbij moeten we ook zicht behouden op het welbevinden van het kind die we dit aanleren. Vervolgens is er veel geduld en doorzettingsvermogen nodig om te blijven voordoen en te blijven herhalen. Om te kunnen Modelleren moet je dus eerst het systeem zelf begrijpen en ermee kunnen werken om het vervolgens te kunnen voordoen. Je moet de rust kunnen bewaren en er vertrouwen in hebben dat je steeds een stapje verder komt, hoe ‘klein’ deze voor onze beleving ook is. 

Een valkuil is dat je ondanks al jouw inspanning het vertrouwen verliest in de vooruitgang. Dat je deze niet snel genoeg vindt gaan en je gaat ongemerkt steeds minder voordoen. Het kan erg zinvol en leerzaam zijn zelf achter een spraakcomputer te kruipen en een dagdeel lang vanuit dit systeem te communiceren met je omgeving, zonder wat te mogen zeggen, want je moet je ermee redden! Dit geeft veel inzicht over de (on)mogelijkheden van het systeem. 

Symboolcommunicatie…, zijn we het gewend?

Jazeker! We worden er als volwassene dagelijks mee geconfronteerd. Denk aan verkeersborden, denk aan werken in Word-bestanden, denk aan gebruiken van je smartphone, denk aan rijden in je auto. Het is soms hilarisch hoe we met alle symbolen omgaan en pas gaan leren en ontdekken wanneer we (onbedoeld) in een specifieke situatie terecht komen. Een auto is een mooi voorbeeld omdat wereldwijd één symbool- communicatie zeer goed is doorontwikkeld; die op je dashboard. Zeer gestructureerd in wereldwijd toegepaste  kleurcodes: groen= kennisgeving, Wit= aanbeveling, rood= direct handelen (actie!), geel/oranje= let op! (controleer),  blauw= grootlicht aan. Ongeacht welk automerk wordt wereldwijd hetzelfde symbool toegepast. Naarmate er meer functies in auto’s ontwikkeld worden komen er ook steeds meer controlefuncties en nemen de symbolen op je dashboard toe. In totaal kunnen er 88 symbool-controlelampjes in je auto voorkomen (!) en in de gemiddelde auto betreft dat ca. 64 symbolen.

Maar wat doen we er daadwerkelijk praktisch mee in de praktijk?
60 % van de Nederlanders kent de betekenis niet of onvoldoende. En eerlijk gezegd; wie onthoudt nou alle 88 of 64 functies? De meest voorkomende hebben we ‘vanzelf’ geleerd omdat ze tijdens elke rit gangbaar zijn (de kracht van herhaling, in de situatie!), denk aan de richtingaanwijzer (groen, auditief ondersteund), dimlicht aan (groen), veiligheidsgordel niet om (rood, auditief ondersteund), grootlicht aan (blauw), cruise-control actief (groen). Wanneer een (onbekend) lampje plotseling gaat branden zullen de reacties zeer uiteenlopend zijn. Wanneer de auto gewoon rijdt, geen raar geluid maakt, geen gekke beweging of trilling veroorzaakt rijden we gewoon door zonder direct te willen weten wat er precies aan de hand is. Hoe vaak rijd je weg zonder eerst de gordel om te doen omdat je bezig bent met je omgeving om veilig weg te rijden. Je doet de gordel pas om bij het geluidssignaal (mij overkomt dat bijna altijd, elke dag opnieuw).
Bedenk ook of je een symbool op je dashboard specifiek als symbool onthoudt. Ben je in staat het symbool in een andere context te herkennen? Of kan dat alleen op jouw dashboard op die specifieke positie omdat je vooral de plaats / positie hebt opgeslagen in je geheugen? Wanneer je morgen in een wildvreemde auto stapt… dan zal je eerst moeten oriënteren op een totaal andere indeling van het dasboard. De vraag is of je dat ook echt doet, of dat je gewoon wegrijdt en vanzelf merkt wat je tegenkomt.

Door met enige hilariteit te kijken hoe we zelf werken met symbolen en daar juist wel of niet adequaat op reageren geeft inzicht in het effect van herhaling. Met dit inzicht kunnen we het Modelleren door betekenisverlening aan symbolen met meer begrip en geduld uitvoeren en eindeloos blijven voordoen en herhalen in verschillende contexten, voor een kind dat hiermee moet leren communiceren.
En op een dag bemerk je ineens het resultaat van consequent blijven voordoen; dat je kind JA of NEE leert toepassen…. Het lijkt een kleine stap maar de reikwijdte hiervan is enorm.